vrijdag 24 april 2009

Martin Bril & T.S. Eliot

Raar is dat, hoe je verdriet kunt hebben over iemand die je niet hebt gekend. Het bericht over het overlijden van Martin Bril -dat me per e-mail, via een bevriende collega, bereikte-kwam aan als een mokerslag. De laatste tijd las ik zijn werk met groeiend plezier, met stijgende bewondering. Hij kon de alledaagse werkelijkheid beschrijven zoals niemand anders kan. Met louter woorden als instrument kon hij beelden oproepen die iets filmachtigs hadden. Je betrad zijn wereld door het lezen van zijn stukjes. Nou ja, of het helemaal zijn wereld was weet ik niet, er blijft altijd een verschil tussen de schrijver en de persoon uit zijn columns. Dat verschil is privé-gebied, voorbehouden aan zijn vrouw, zijn kinderen, zijn dierbaren. Voorbehouden aan hemzelf.
Mateloze bewondering heb ik voor de wijze waarop hij met zijn ziekte omging. Waardig, zonder opsmuk.

In zijn stuk over zijn afscheid van Bril schrijft Pieter Broertjes, hoofdredacteur van de Volkskrant, dat Bril opeens glashelder was en zei 'De bal ligt stil tegen de muur. Ik kan hem niet meer wegtrappen, ik ben doodmoe.'
Een paar dagen overleed hij. De bal was met geen mogelijkheid meer weg te schoppen.

En nu, twee dagen later, op deze zonovergoten avond, denk ik aan Bril. Aan het feit dat hij er niet meer is om het dagelijkse te registreren en in woorden te gieten. Nu niet meer. Nooit meer. T.S. Eliot had gelijk: 'April is the cruellest month.'

Geen opmerkingen: