maandag 30 mei 2016

Over lezen

Nu zit ik op Goodreads, maar vroeger gebruikte ik een boekje om bij te houden wat ik las en wat ik daar van vond. Ik hanteerde een ingewikkeld beoordelingssysteem met plusjes en minnetjes en een nog ingewikkelder rotatiesysteem. Franse, Engelse en Nederlandse boeken moesten immers allemaal aan bod komen. Voor fictie en non-fictie gold hetzelfde. Het boekje heb ik bewaard - dat zal niemand verbazen, gelet op mijn vorige post - en af en toe blader ik het door. Data, titels en citaten roepen tal van herinneringen op. In de zomer van 1995 las ik Céline, Oek de Jong en Fitzgerald. Opeens ben ik daar weer, in dat appartementje in het centrum van Gent, waar ik me vaak terugtrok met een boek en een pot jasmijnthee. Die zomer herlas ik Tender is the night. In een rond en zowaar leesbaar handschrift staan regels uit die roman: 'Dick moved on through the rain, demoniac and frightened, the passions of many men inside him and nothing simple that he could see.'
Overigens beschouw ik Tender is the night als het meesterwerk van Fitzgerald, niet The Great Gatsby. Benieuwd wie het met me eens/oneens is.


zondag 29 mei 2016

Stuffocation

'Jullie lijden aan stuffocation,' riep mijn zus Florine laatst door de telefoon.
Het valt niet te ontkennen, Thomas en ik wonen in een vol huis. Uitpuilende
kasten en overal stapels met boeken (in het gunstigste geval) en administratie (in het
slechtste geval). Dat een mens het verzamelde werk van Tostoï bewaart is een ding, maar
ik bewaar ook kattebelletjes van vriendinnen, familieleden, collega's en zakenrelaties;
gebruiksaanwijzingen van apparaten waarvan het de vraag is of ze nog heel / aanwezig
zijn en huurovereenkomsten van reeds lang geleden verlaten woningen.
Een paar keer per jaar krijg ik de geest en sleep ik massa's spullen naar de kringloopwinkel.
Helaas duurt de opruimwoede nooit lang en ik heb al eens mijn eigen dingen teruggekocht, wat
toch een dieptepunt genoemd mag worden. Ook mijn zoon lijdt aan het niets willen weggooien-syndroom. Toen hij een jaar of zeven was slingerde er wekenlang een wit, leeg, gescheurd envelopje op zijn nachtkastje. Er zat niets meer in en er stond ook niets op geschreven of getekend, maar toen
ik het wilde weggooien protesteerde Thomas hevig. 'Niet weggooien, mam, ik ben aan dat envelopje gehecht.'
'Waarom dan, lieverd?'
'Het ligt er al zo lang.' Appel. Boom.