vrijdag 13 augustus 2010

Roelof

Aan onderschatte beroepen bestaat geen gebrek. Ik kan het weten, want als vertaler krijg ik om de haverklap opmerkingen te verwerken over slechte vertalingen. Ik bedoel dan niet mijn eigen vertalingen (al zijn die ook niet altijd vlekkeloos), maar vertalingen 'in het algemeen'. Een goede vertaler is als het ware onzichtbaar: wie een vertaald boek leest zou niet moeten merken dat het om een vertaling gaat. Kortom, in het gunstigste geval merkt niemand iets van je werk, in het slechtste geval maak je een fout en val je op. Geen wonder dat veel vertalers sombere, teruggetrokken wezens zijn.

Vanzelfsprekend zijn er tal van andere beroepen die veeleisender zijn dan men denkt. Nieuwslezer bijvoorbeeld. We zijn verwende televisiekijkers, merkte ik toen mijn zoon Thomas vroeger zijn ergernis uitsprak over de vele versprekingen van Philip Freriks. "Het is een mens, geen machine" zei ik dan belerend. Ook gisteravond bleek tijdens het RTL4-nieuws van half acht dat nieuwslezers geen robots zijn, maar levende wezens. Bij een item over de 2 jaar geleden overleden cameraman Storimans kreeg Roelof Hemmen het duidelijk te kwaad. Volstrekt begrijpelijk. Het deed mij er bij stil staan hoe vaak nieuwslezers zich wellicht moeten inhouden, de emoties uit hun gezicht moeten weren, hun stem stabiel moeten houden, dag in dag uit, jaar in jaar uit. Geen geringe opgave lijkt me. Ik vond het knap dat Hemmen zich zo snel wist te herpakken. Ook was ik weer extra blij met mijn leven als thuiswerkmama, want als ik de tranen niet meer kan bedwingen (wat wel eens gebeurt, met name bij vertalingen voor het internationaal strafhof) dan is de grijze poes Tofu, die altijd op mijn schoot komt zitten als ik werk, de enige getuige.